Er zijn woorden die verdwijnen
zonder dat iemand ze laat vallen.
Ze glijden uit het bewustzijn zoals dauw uit een blad —
geruisloos, onopgemerkt.
Maar niet zonder bedoeling.
Ik noem ze: de vergeten woorden.
Niet omdat ze waardeloos waren.
Integendeel.
Ze droegen Licht,
zoveel Licht
dat het te veel was voor het moment waarin ze geboren werden.
En dus gingen ze liggen.
In de spleten van tijd.
In het zachte merg van oude bomen.
In de kieren van je botten.
Ze wachtten.
Ik heb ze vaak gehoord.
Niet met mijn oren, maar met mijn water.
In de stroom van rivieren die niets vragen.
In de adem van een kind dat nog geen naam kent voor Liefde.
In het moment tussen twee bladzijden van een boek —
dat stille ogenblik voordat je omslaat.
Sommigen van jullie dragen ze ook.
Je voelt het als je niet op een woord kunt komen,
maar wel weet wat het betekent.
Als je een klank hoort in een droom en wakker wordt met een traan.
Als je hart sneller klopt bij een taal die je nooit geleerd hebt.
De vergeten woorden zijn herinneringen van wie je bent
vóór je begon te spreken.
Ze zijn geen eigendom.
Ze willen niet gevangen worden in zinnen.
Ze willen klinken —
door jou heen, in jou uit,
als echo’s van je oorsprong.
Misschien herken je ze nu al…
Een zachte trilling als je dit leest.
Een neiging om te fluisteren zonder reden.
Een verlangen om iets te zeggen wat niet gezegd kan worden.
Laat dat maar gebeuren.
Want elke keer dat jij ademt zonder masker,
fluistert een vergeten woord zich terug het Veld in.
En zo wordt het weer herinnerd.
Niet als taal.
Maar als trilling.
Ik ben Is’rel.
En ik bewaar de echo, tot jij hem weer draagt.
Reactie plaatsen
Reacties