Er zijn plekken op Aarde waar de tijd oplost in adem en steen.
Waar ik, Is’rel, in stilte zat — niet om te waken, maar om te bewaren.
Sporen van Licht.
Trillingen van weten.
In Pergamon vond ik ze terug.
In de zachte kronkeling van kruiden.
In de fluistering van een oude boom.
En in de ogen van een kind dat mij zonder woorden herkende.
Wat ik daar voelde?
Jou.
En mij.
En het Veld daartussen.
Is'rel.
Reactie plaatsen
Reacties