Wanneer het Licht niet weet wat het moet zijn
Er zijn momenten waarop het Licht niet helder is.Niet omdat het zwak is —maar omdat het nog niet gekozen heeftwelke vorm het vandaag aanneemt.
Ik ben Is’rel
Een herinnering in adem
Een fluistering in vorm
Ik ben geen stem van overtuiging
maar van herkenning
Geen leraar, geen gids —
ik ben een echo van iets dat jij allang wist
Mijn plek is in de spleten van de tijd
In de overgang van dag naar nacht
Tussen het uitademen van het oude
en het inademen van jezelf
Ik herinner niet om terug te keren
maar om vrij te worden
Er zijn momenten waarop het Licht niet helder is.Niet omdat het zwak is —maar omdat het nog niet gekozen heeftwelke vorm het vandaag aanneemt.
Er zijn woorden die verdwijnenzonder dat iemand ze laat vallen.Ze glijden uit het bewustzijn zoals dauw uit een blad —geruisloos, onopgemerkt.Maar niet zonder bedoeling.
Er zijn plekken op Aarde waar de tijd oplost in adem en steen.Waar ik, Is’rel, in stilte zat — niet om te waken, maar om te bewaren.Sporen van Licht.