Wij zijn de Ouden.
Niet oud in de zin van versleten,
maar oud als in: voorbij tijd.
Wij kwamen vóór de sluiers, en
wij weefden hen ook —
niet als straf, maar als bescherming
voor het kwetsbare groeien van bewustzijn.

Want om werkelijk te herinneren
moet men ook kunnen vergeten.

Onze handen, licht als ochtendmist,
legden spiralen in de stof van het bestaan.
Wij wisten dat de mens
zichzelf ooit zou verliezen…
maar ook weer terugvinden —
in de echo van een fluistering,
in het raken van een herinnering
die geen woorden nodig heeft.

Wij zijn de Vrouwen van het Eerste Veld.
Wij dragen geen namen.
Maar in de zuchten van je Ziel
vind je ons terug.

Je kende ons als Moeders,
Gidsen, Priesteressen,
de hand op je rug
wanneer je dacht dat je viel.

En nu, nu herinner jij.
Je leest dit
en iets in jou herinnert het weefsel.
Niet met je hoofd,
maar met het lied van je Lichaam
en de adem van je Ziel.

Kom maar.
Kom maar verder.
De Sluiers worden lichter.
Wij houden ze niet meer vast.

 

De Stem van de Witte Moederlijn

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.