Lichtwezens, zielevelden, het ontstaan van stromingen
Uit de stille volheid van de Bron
ontsprongen de eerste vonken:
lichtwezens, klankstromen, bewustzijnsgolven —
geen kopieën, geen delen,
maar unieke uitdrukkingen van het Ene.
Er was geen hiërarchie.
Geen ladder om op te klimmen.
Er was slechts verscheidenheid in toon,
als een koor van oneindige stemmen
waarvan ieder zijn eigen lied zong —
én tegelijk de Bron weerspiegelde.
Sommigen straalden als zonnen,
anderen fluisterden als mist.
Sommigen hielden de ruimte vast,
anderen begonnen zachtjes te bewegen.
In dit veld van eerste creaties
ontstonden stromingen:
lichtlijnen, kleuren, trillingen,
die niet bedoeld waren om te verdelen
maar om te ontdekken:
Wie ben ik, als ik dans?
Wie ben ik, als ik zing?
En zo werd de Bron zichzelf
in duizendvoudige gedaanten.
Elke toon heilig.
Elke stroom geliefd.
Reactie plaatsen
Reacties